
In april staat het water aan de Noorderplas hoog en enkele maanden later zo omstreeks eind augustus is het peil laag te noemen.
Sommige denken dat de gemeentelijke water-wagen hiervan mede de oorzaak is. Deze wagen haalt in de warmere en drogere periodes meerdere keren per dag enkele duizenden liters water uit de Noorderplas dat gebruikt wordt om de bomen water te geven.
We gaan even rekenen:
De Noorderplas telt 19 hectare en als er 1 millimeter regen valt dan is dat gelijk aan 1 liter per vierkante meter. 1 hectare is 100×100 meter en 100×100 = 10.000 vierkante meter. Dit houd in dat bij een dalende waterstand van 1 millimeter er al 19 x 10.000 liter water weg is.
De tankinhoud van die gemeentelijke waterwagen is 2000 liter en deze kan een waterstand daling van zelfs 1 millimeter onmogelijk bewerkstelligen. Valt er volgens de weergoden 1 millimeter regen dan krijgen we er in de Noorderplas 190.000 liter water bij.
Als het peil 60 centimeter lager staat als het winterniveau zijn we 114.000.000 liter water kwijt dat door wat regenbuitjes makkelijk aangevuld kan worden. Neerslag percentages van ongeveer 5 millimeter zal de plas vullen met 1 miljoen liter water.
Jaarlijks valt er in Nederland gemiddeld 800 millimeter echter zal er op een warme zomerse dag met gemak 1 millimeter water verdampen. De wisselende waterstanden van de Noorderplas word bepaald door de natuurlijke omstandigheden.
Het waterschap was al langer op de hoogte van een bron die gelegen is onder de Noorderplas, in feite maakt deze bron ook nu nog deel uit van het kwelwater-aanvoer van de Noorderplas. Deze bron bevind zich op een diepte van enkele tientallen meters en het kwelwater komt vanaf de rivier De Maas & De Eifel. Het resultaat is bekend, het water is niet alleen helder maar ook zeer goed van kwaliteit.
De Noorderplas is ontstaat door zandwinning eind jaren ’70, aanvankelijk was het de bedoeling om de Noorderplas groter te maken. Tijdens de afgravingen stuiten men op oergrond-platen die voor het grootste gedeelte uit grote klei-lagen bestaat. Deze klei-lagen zijn voor het voortbestaan, behoud en het ecologisch systeem onontbeerlijk.
Door het bestaan van de klei-lagen loopt de Noorderplas in feite niet leeg, het hemelwater draagt ook zijn steentje bij in de waterhuishouding en deze twee aanvoer-bronnen zorgen er samen voor dat deze plas gevuld blijft.
Wordt de waterstand te hoog dan zal het teveel aan water middels twee afvoer overstort-kanalen (zie afbeelding links) wegstromen totdat de Noorderplas weer zijn maximale waterstand heeft bereikt.