Kracht en Macht van het Leven met een Passie (Deel 2)

De eerste keer had ik er gelijk al twee:
Het mooie kalmoes, het wuivende riet, prachtige bedden met waterlelies en gele plomp, wat wil je als visser nog meer? Om dan nog maar niet te spreken van die karpers die de heldere waterspiegel met hun geplons doorklieven en dat heerlijke geluid wat dat met zich meebrengt. Dan hoef je eigenlijk al geen beet meer te hebben. Maar mijn geschubde vrienden waren ?lief? voor mij. De eerste keer had ik er gelijk al twee. Daarmee had ik voor mezelf het karpervissen ontdekt en tegelijk voelde ik wat het was om in dat karperwereldje mee te draaien. Want d?t viel me al snel op, hoe de gehaakte karpers er van dat water de ?sokken? in hebben na het voelen van de prik van de haak! Die aanbeten alleen al waren met die manier van vissen een belevenis. Niet altijd maar soms bewoog de waker in ??n vloeiende. beweging naar boven tot de lijn strak stond. En dan was het vrouwen en kinderen ??rst! Er van overtuigd als ik was, n? gaat het gebeuren, ik elke week naar mijn ontdekking. Ik ontdekte tevens dat ik niet de enigste was die daar zijn karpertje kwam vangen. Hoe helder wil je het hebben?

Op een zondagochtend ben ik op weg naar mijn stekkie, passeer ik twee vissers die er al een tijdje zaten, en al buurtend viel het me op dat ze ?best? goed waren. Als ik zag hoe ze inwierpen, bijna op de vierkante meter nauwkeurig, die mannen kunnen echt wel vissen. Maar het vleide me best wel dat de langste van de twee toch nieuwsgierig was over hoe en waar ik mijn karpertje ving. Een tijdje later kwam hij ook naar me kijken en hij probeerde het te verbergen, maar ik merkte dat hij niet erg onder de indruk van mijn karperkwaliteiten was en hij maakte daarom ook snel rechtsomkeert. Dat gaf me een onbehaaglijk gevoel en besloot dat ik mijn karpertechnieken zou gaan bijschaven. De snelste manier om dat te doen, leek me, door in de boeken te duiken.

Rini Groothuis:
In de hengelsportwinkel aangekomen overleg ik met de eigenaar van de zaak welk boek hij me zou adviseren. Nadat ik mijn verhaal had gedaan raadde hij me aan om het boek van Rini Groothuis te kopen. Zo gezegd zo gedaan. Inmiddels thuis, probeer ik zoveel mogelijk van het boek in me op te nemen maar kon mijn ogen niet van de foto?s van de auteur van het boek afhouden. Tot het kwartje viel en ik het zag; de auteur van het boek en de visser die ik had ontmoet, die ook nog naar mij was komen kijken, was één en dezelfde man: Rini Groothuis !

Achteraf zaten Rini met zijn broer Bram d??r te vissen. Dat vond ik toch best wel bijzonder. Dat een van de bekendste karpervissers van Nederland mijn karperkunsten was komen aanschouwen. Maar het snoeken bleef toch altijd nummer ??n! Al het andere vissen was eigenlijk niets anders dan een middel om de tijd te overbruggen van het einde van de ene snoektijd naar het begin van de volgende snoektijd. Nu had ik al een jaar of zo een bootje in de gaten wat al, zo te zien, jaren onder water lag. Zo kwam ik op het idee om dat brik gewoon de kant op te trekken, leeg scheppen en vissen. Maar er bleek ook nog een gat in te zitten, nadat ik alles provisorisch had opgelapt heb ik ?t bootje opnieuw te water gelaten met de gedachte, dat als er iemand was die zijn bootje claimde, ik me verweerde met het excuus dat ik de eigenaar gezocht had maar niet kon vinden.

Daar moest hij zo vreselijk om lachen:
En zo had ik het ook in gedachten. Maar na een jaar met het brik te hebben gevist en er niemand om vroeg heb ik ?t bootje naar huis gehaald en besloten hem helemaal op te knappen. En juist toen, tijdens die opknapbeurt kwam ik het bootnummer tegen, wat onder een laag roest en vuil verborgen zat, waarna het een klein kunstje was om de eigenaar te traceren. Toen ik de eigenaar aan de telefoon kreeg en hem vroeg of hij zijn bootje wilde verkopen, begon hij te lachen. Want wie wil er nu zo?n bonk roest hebben. Toen hij merkte dat ik het brik ?cht wilde kopen vroeg hij er vijf en twintig gulden voor, en de koop was gesloten. Ik had op dat moment nog ??n probleem, want de gemeente die eigenaar van het viswater was wilde mij geen bootvergunning afgeven omdat het aantal bootjes teruggedrongen moest worden. Dus vroeg ik hem of hij zijn bootvergunning intact wilde houden waardoor ik hem die zou terug betalen pl?s zijn visvergunning. Daar ging de man mee akkoord, wat mij zoveel vertrouwen gaf in zijn eerlijkheid dat ik pardoes mijn leugentje bekende, namelijk dat zijn bootje al drie weken bij mij achter het huis lag. Daar moest hij zo vreselijk om lachen dat we meteen vrienden waren.

Mijn meest gekke idee was wel om een luchtbuks……:
Zo kan het ook. En vanaf dat moment was ik dus eigenaar van tw?? bootjes. Mijn eerste bootje lag in de grote wiel en had de naam ?Fatty?. Het was een oude eikenhouten scheepssloep, zwaar, maar zo mooi. Mijn tweede bootje doopte ik ?Foxy Fatty?. Maar het zou nog wel enkele jaren duren voor ik weer zo?n bak zou vangen, maar dat zou dan wel meteen mijn goud record worden, wat tot op de dag van vandaag nog steeds staat: ??n meter twintig bij een geschat gewicht van om en nabij de vijfendertig ? veertig pond. Wat een vis was dat! Wat ik allemaal niet bedacht heb om grote snoeken te vangen of moet ik zeggen, wat ik allemaal heb bedacht om mensen te laten d?nken dat ik grote snoeken probeer te vangen. Mijn meest gekke idee was wel om een luchtbuks toe te voegen bij mijn ?basisuitrusting?. Want wat had ik bedacht?

Loading